Na 11, 22 en 33 volgen vandaag twee vieren. Samen opgeteld is de uitkomst acht, maar achter elkaar gezet vormen beiden het getal vierenveertig, oftewel de leeftijd die ik thans bereiken mag.
Gegeven goed, onverdiend verkregen, ja, zelfs tegen verdienste in: genadetijd!
Gedacht ik 11 en 22 naast de Maas, 33 aan de Elbe, dit keer is het nabij de Dusse. Ogenschijnlijk een wereld van verschil, maar waar het écht op aankomt, belijdt de dichter van Psalm 44 in vers 5a: ‘Gij Zelf zijt mijn Koning, o God (…)’
Eerst dan is de uitkomst werkelijk goed – ook met twee vieren.
Vanaf vandaag ben ik weer inwoner der gemeente Altena. Van het (ei)land omgeven door Biesbosch, Merwede en vooral veel Maas.
Nabij de Dusse werd mij een zorgwoning toegewezen. Bepaald geen feestje om met een stevige indicatie de spreekwoordelijke biezen alwéér bijeen te moeten sprokkelen.
Maar vergeleken met Oekraïne, Israël, Gaza of Sudan een buitengewoon voorrecht. Al is dat snel getypt…
Vanouds was er in het Land van Altena een volk dat ‘het geklank’ kende, omdat de Allerhoogste er Zijn voetstappen zette. Hij mocht dat hier én op bovengenoemde plaatsen nóg willen doen: Hem te ere, ons ten goede.
Het kwartaal was voorbij eer ik er erg in had. Maar de foto stond klaar. Een lichtbeeld waarop deze beide plantjes, elk op geheel eigen wijze, hun ‘vlaggetjes’ uitsteken.
Waar het bloeiend groen van de één nauwelijks te onderscheiden is van de rest, is dat met het rode contrast van de ander veel duidelijke zichtbaar.
Bij ‘t eerste dacht ik aan de ‘gewone’ verjaardagen en bij ‘t tweede aan de geslaagden voor hun examens.
Laat allen maar beseffen dat het de Schepper is, Die wasdom geeft. Dan is het alles even bijzonder, onverdiend, wonderlijk verkregen. Van harte proficiat!
Voor wie vreest dat hij alsnog, al dan niet sentimenteel of populistisch gedrongen, het stemhokje ingejaagd wordt, kan de schaar uitkomst bieden. Een knip van links tot rechts en nogmaals verticaal middendoor de stempas zal dat wel klaren…
Persoonlijk heb ik daar geen schaar nodig.
Nimmer bracht ik een stem uit voor het Europarlement en de redenen daarvoor, waaronder ‘Gods Hand in ’s lands historieblaân’, zijn even onveranderd als de E.U. zelf.
Voor Daniël en zijn vrienden gold slechts één Stem. Tot Hem klimme ook de onze op. Voor Nederland, Israël, Oekraïne, Europa en wereldwijd: ‘Úw Koninkrijk kome.’
Zie voor een toelichting bij dit stemadvies bijv. deze advertentie in het ‘Reformatorisch Dagblad’ van donderdag 30 mei 2024:
Voor Nederland? Het klimaat? De rechtstaat? Het onderwijs? De boeren? Defensie?
Wie het paslood dáár hangt, waar het behóórt te hangen, kan maar tot één conclusie komen: ronduit slecht. Want het beoogde regeerakkoord ademt niet het profetische ‘Tot de Wet en tot de Getuigenis.’1
Kon het dan niet slechter?
Vraag het de euro-pappa’s. Of vraag het – aan het einde van deze week voor het gezin – degenen die wetgeving op dit punt onlangs (bijna trots) ‘D66-proof’ aanboden…
‘t Was niet zo gepland, maar deze tiende jaardag is daadwerkelijk de eerste waarop ik twijfel of ik ‘t weer zou doen. Met massa’s aan overwegingen – van sociaal-economische tot traumatologische mokerslagen.
Maar als het móést, dan (expliciet) zo: ‘Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne den mens gemaakt heeft, dat Hij hen gemaakt heeft man en vrouw? En gezegd heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn? Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.’*
‘Meilenstein’ of molensteen?’, zo vroeg ik me vandaag af. Het eerste, Duits voor mijlsteen, is iets wat ik me niet vermag aanmatigen. Met mij de tijd doorreizen lijkt me al ondoenlijk, maar de tijd uit, lijdt men gewis schipbreuk!
Dan past molensteen beter. Zeker als je zo dikwijls een beroep op zorgverleners moe(s)t doen – dan voel je je al gauw ten last. Met onzichtbare beperkingen word je dat trouwens soms ook toegesist als je ergens aanklopt wegens molenstenen op je pad…
Daarom geen keuze.
Wél dit: ‘wil mij voor struikelen bevrijden, en ga mij met Úw Heillicht voor.’
Met een bloemetje, preciezer gezegd met de pelargonium graveolens oftewel: citroenplant, begin ik de felicitatieronde nieuwe stijl. Enigszins onzeker, want ik weet niet of er hier binnen (of buiten) elk kwartaal wel iets in bloei zal staan.
Maar dat was juist bij dit plantje ook de verassing. Enkele weken na de verplaatsing naar een raam op het zuiden kwam het ‘ineens’ tot ontluiking. Met kleine kelkjes, zich lavend aan de warmte van de zon.
Een plantje wat tot Zíjn doel komt.
Geve de Allerhoogste dat ook aan de jarigen van het eerste trimester – in de weg van het wonder!
Looking-away is not a proven, but the easiest method. We used to do it at the ‘Anschluß’ and even solemnly by ‘appeasement.’
Regarding this Ukraine had the ‘privilege’ that, after annexation of Crimea and eastern parts, next invasion-attacks occurred eight years later.
If the Russian bear had woken up earlier, we would probably only have turned around once…
But on 02/24/2022 we suddenly seemed wide awake. In ‘another world, a new time’…?
Looking upon the bloody state of their groaning homeland, Ukrainians might consider that.
Let Heaven be awake over them (and us)!
___
Twee jaar oorlog (2014-2024)
Wegkijken is geen beproefde methode, maar wel de makkelijkste weg. Vroeger deden we dat al bij de ‘Anschluß’ en plechtstatig zelfs met ‘appeasement.’
Dienaangaande had Oekraïne nog het ‘voorrecht’ dat, na de annexatie van de Krim en oostelijke delen, de volgende invasieaanval jaren op zich liet wachten.
Ware de Russische beer eerder ontwaakt, hadden wij ons vermoedelijk slechts nog een keer omgedraaid…
Maar op 24-02-‘22 schenen wij inééns klaarwakker. In ‘een andere wereld, een nieuwe tijd’…?
Ziende de bloedige staat van hun zuchtend vaderland, kunnen Oekraïners zich dat afvragen.
Niet geroepen, tóch verschenen voor de Rechter van hemel en aarde…. – dat huiveringwekkende einde verkoos onze voormalige minister-president.
Zonder durven af te doen aan beleefde moeiten, zwarigheden of gevoelde uitzichtloosheid van het bestaan, verdient dit beslist géén navolging. Wel omzien en mededogen naar levende worstelaars met (of zelfs: tegen) het leven.
Tegelijkertijd spreekt dit sterven boekdelen over de teloorgang van Nederland, de voortgaande afkeer van de God van Israël en Zijn Woord.
Dè Meester, Die Zijn tijden in ’s Vaders Hand wist, wijst met Zijn doorboorde Handen een andere Weg: der bekering, tot troost, ten Leven.