db-523 Lebbeüs (10/12)

(c) Jan van Luyken, Public domain, via Wikimedia Commons

db-523 NL

Lebbeüs (10/12)

Volgens de evangelisten Mattheüs en Markus werd hij ook ‘Thaddeüs’ genoemd, terwijl Lukas en Johannes hem als ‘Judas’ vermelden.

Uit Jezus’ antwoord op zijn vraag (Joh. 14:22) blijkt, dat er door de wereld een scheidslijn loopt. Er zijn mensen die Hem liefhebben en Zijn Woord bewaren, en er zijn mensen voor wie dat niet geldt.

Bij de eersten maken Vader en Zoon (door de Heilige Geest) woning. Niet voor even, maar blijvend, eeuwig. De anderen zullen dat ontberen en missen…

Door de drieenige God genadig opgezocht te worden, dát wens ik de jarigen van oktober van harte toe.

db-522 Oma Burggraaf (1922-2021)

db-522 NL

Oma Burggraaf (1922-2021)

Op de leeftijd van negenennegentig-en-een-halfjaar kwam gisteren het einde van haar aardse leven. Als derde van onze grootouders, werd ook zij opgeroepen om voor haar Schepper te verschijnen.

“(…) opdat zij dit leven (hetwelk toch niet anders is dan een gestadige dood) om Uwentwil getroost verlate, en ten laatste dage voor den rechterstoel van Christus, Uw Zoon, zonder verschrikken moge verschijnen, door Hem, onzen Heere Jezus Christus (…)” *

Dat gebed (vermoedelijk schier een eeuw geleden uitgesproken bij de Heilige Doop) moge ons als nabestaanden aansporen om – bijtijds! – de enige troost te zoeken bij de Goede Herder.

*) Doopformulier.

db-521 Jakobus (9/12)

(c) Peter Paul Rubens, Public domain, via Wikimedia Commons

db-521 NL

Jakobus

‘De zoon van Alfeüs.’ Dat is zo ongeveer het enige wat we over deze apostel (niet te verwarren met de gelijknamige apostel, zoon van Zebedeüs) in de Bijbel kunnen lezen. En wie Alfeüs was, blijft voor ons ook onbekend.

Wel weten we, dat ook deze Jakobus een gezondene van de Zoon van God was. Van ‘van Alfeüs’ (en Adam) was hij ‘van Jezus’ geworden – geestelijk en door het geloof.

Dát hebben ook de jarigen van september nodig: om ‘van Jezus’ te worden, naar ziel en lichaam beide. Die enige troost, ook bij de vermeerdering der jaardagen, van harte toegewenst!

db-520 Mattheüs (8/12)

Mattheüs
(c) Rembrandt van Rijn, Public domain, via Wikimedia Commons

db-520 NL

Mattheüs

‘Volg Mij’*, zo werd hij geroepen. Niet om te blijven wie/wat/waar hij was, namelijk een verachte belastinginner op kantoor bij de Romeinse bezetter. Maar om, Hém volgend, van penning-inner tot uitdeler/verkondiger van de menigerlei genade van God te worden.

Misschien zaten wij ook wel in ons ‘tolhuis’ op onze verjaardag. Meer met het aardse bezig, dan God en het Hemelse te betrachten….

Wat kunnen we elkaar als jarigen van augustus dan beter toewensen, dat ook wij zondaars, Zijn roepstem daadwerkelijk ter harte zouden (mogen) nemen? Opdat niet keizer Augustus, maar Christus Tafel-Heere in/over ons nieuwe levensjaar zij. Van harte!

* Matth. 9:9.

db-517 Thomas (7/12)

(c) pixabay(dot)com

db-517 NL

Thomas (7/12)

Wat was hij op die vrijdag veel kwijtgeraakt: zijn Heere en Meester. Het Paasevangelie was voor hem te groot. Nooit zou hij het geloven! Tenzij hij Zijn handen en zijde zou zien en voelen…

Toen de Levende voor hem stond, leed zijn ongeloof schipbreuk en kon hij alleen nog maar antwoorden: ‘mijn Heere en mijn God.’

Ondanks zichzelf – en dankzij het lijden, sterven en de opstanding van zijn Meester – kreeg Thomas (weer) zicht op Hém, Die hem nooit uit het oog verloren of losgelaten had.

Aan Thomas’ vasthoudende Heere, God en Zaligmaker, beveel ik de juli-jarigen hartelijk aan. Proficiat!

db-515+516 pride

(c) pixabay(dot)com

db-515+516 (NL)

pride

’t Is niet alleen de dwaas met z’n boos gemoed (Psalm 14:1 ber.) die mij ervoor doet terugdeinzen om trots te zijn. Méér nog het feit dat ik zo anders ben dan mijn goede Schepper het oorspronkelijk, volmaakt bedoelde.

Door de zondeval (Genesis 3) leef ik in een gebroken, onvolkomen, zondige werkelijkheid. Ben ik niet de volmaakte man die ik, voor mijn Schepper en mijn naaste, zou behoren te wezen. Gaat m’n weg niet over rozen, maar doornen, distels, met raadsels, rafels, en depressies.

Anderen (met eender of alternatieve gebrokenheid, of zelfs met balk in eigen oog) geeft dat beslist GÉÉN vrijbrief om mij daarom voor ‘t hoofd te stoten, op ‘t hart te trappen, of met de pressie in wanhoop doen ont-aarden…

Maar ik, ik ben niet trots omdat ik ‘zo’ ben. Heb ook niets te vieren. Wel te dragen, en te vragen:

“Heere, God van Noach,

en van de boog die gezien wordt in de wolken,

laat om Jezus’ wil:

géén trots, maar een nederig gemoed,

géén dwaze hovaardij, maar arm-makende genade,

géén ijdele fierheid, maar Uw Kracht in zwakheid,

géén (zonde)schuld, maar vergeving,

géén ondanksloon, maar ware dankbaarheid,

ook over mij (en ons) Uw reddingscepter zwaaien.”

db-514 Bartholomeus 6/12

(c) pixabay(dot)com

db-514 NL

Bartholomeus (6/12)

Zijn afkomst wijst op het leven buiten het paradijs. Als ‘zoon van Tholmai’ (Tholmai betekent ‘ploeger’) zal hij geweten hebben hoeveel zweet het kostte om te ploegen voor uiteindelijk een stukje brood (vgl. Gen. 3:19).

Misschien dat ook de jarigen van juni zich daarin wel herkennen. Druk, druk, druk…. op, in en met de aarde. Wat vergt dat véél, ook bij het ouder worden. En een paradijs(je) wordt ’t nooit…

Gelukkig volk, wat – met Bartholomeus – mag weten van dat andere land. Voor mensen die (geestelijk) uitgeploegd raakten. Bereid door de sterke Hand van Israëls Ontfermer.

Juni-jarigen: van harte toegewenst!

Filippus (5/12)

bron: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Rubens_apostel_philippus.jpg

db-513 NL

Filippus (5/12)

Afkomstig uit het ‘vishuis’ (betekenis van Bethsaida), zal hij heel wat vis verhandeld hebben zien worden. Echter, wat onder en door de handen van Zijn Meester geschiedde, zoals de wonderbare spijziging (Joh. 6:1-12), was van een andere orde.

Toch zal dat in Filippus’ leven niet het grootste wonder geweest zijn. Dat was het feit dat de Heere Jezus hem vond, wegriep uit het ‘vishuis’ en dat Hij ook zijn Heere, Meester en Heiland wilde zijn.

Zó gevonden te worden, aan en uit Zijn Hand te leven, dat wens ik ook de jarigen der meimaand van harte toe. Proficiat!

db-512 Als de Hemel naar beneden komt…

db-512 NL

Als de Hemel naar beneden komt…

Dan is het laatste glas getapt, de laatste bal getrapt en de laatste grap gegrapt. De laatste preek besproken, de laatste klok gegoten, en de laatste pijl geschoten.

Dan gaat álles op slot. Voorgoed. Van hof tot horeca. Met huis en haard. Van Godshuis tot afgodstempel.

Alles zal vergaan.

Dan heffen de armen van geest, de treurenden, de reinen van hart het hoofd op. Een schare, niet te tellen – uit alle geslachten, talen, volken en natiën – wordt dan door de Hemel Thuisgehaald.

Dan is Gods Deur gesloten. Ben ik al binnen of nog buiten….?

db-511 Jakobus en Johannes (3+4/12)

db-511 NL

Jakobus en Johannes (3+4/12)

‘Boanérges’ (zonen des donders), heeft de Heere Jezus deze twee zonen van Zebedeus genoemd. Volgens de kanttekeningen op de Statenvertaling (bij Markus 3:17) was dit ‘vanwege hun bijzonderen ijver en doordringende kracht in het prediken.’

Met de jaren kunnen wij aan ijver en kracht heel wat inboeten. Soms door desillusies en ontgoocheling, soms omdat de krachten ‘gewoon’ minder worden.

Dat de jarigen van maart en april, evenals deze twee apostelen, dicht bij de Bron zouden mogen leven, en uit Hem kracht zouden mogen putten, ook voor het nieuwe levensjaar.

Enigszins verlaat, maar alsnog van harte proficiat!