HERVORMINGSDAG 2024

(c) pixabay (dot) com

Hervormingsdag

Hoeveel van de 95 Stellingen van destijds zou (een échte) Luther anno Domini 2024 aan (diverse vormen van) grensoverschrijdend gedrag op het kerkelijk erf, inclusief het wegkijken en monddood maken van slachtoffers, wijden?

Geen enkele.

Luther ‘wijdde’ geen stellingen (in), maar schreef ze op en sloeg ze aan. Tot ontdekking van ongerechtige praktijken én met de Bijbelse eis tot waarachtige bekering. Waarachtig in plaats van waar-achtig…

Toch leek het (helaas) actuele thema grensoverschrijdend gedrag niet bepaald hoog op de agenda te staan bij deze herdenking van en de oproep tot de voortdurende reformatie. Terwijl men toch moeilijk beweren kan dat het Bijbelse ‘sola Scriptura’ (alleen de Schrift) dit uitsluit… Of zijn er andere redenen te bedenken?

Is het mogelijk vanwege de angst voor, het al even Bijbelse, ‘tota Scriptura’ (geheel de Schrift)? We zijn er immers meesters in geworden om bijv. slechts die Bijbelgedeelten te laten spreken die in ons straatje (lijken te) passen, op ‘afstand’ (schijnen te) blijven of voor de ander bedoeld (zouden) zijn, maar niet voor mij….?! En we vergissen en bedriegen zo onszelf en elkaar, op reis naar de eeuwigheid.

Of werden bij de herdenking van de Kerkhervorming misschien zelfs daders op ‘t schild gehesen van wie het een publiek geheim is, dat deze de grenzen van de naaste niet achten en daarmee de Wet en scheppingsorde van God overtreden? Hetzij met intimiderende gedragingen, leugenachtige woorden, onkuise handelingen, of…..?

Het Woord ontdekt ons, ook als we er zelf blind voor blijven en zelfs verharden, aan onze verdoemelijke natuurstaat voor de Almachtige. Niet een beetje, maar tot in de ziel en ons hart. Een onreine, vuile bron bij elke nakomeling van Adam. En toch iets wat menigeen met ‘slechts’ een selectie Bijbelteksten, lenzen en leesbrillen, ja zelfs met een hypocriet beroep op de drie reformatorische Sola’s (van genade, geloof en Schrift), meent te kunnen bedekken. Zonder de noodzaak en de zaak van het wederom geboren te moeten worden te kennen of te verstaan. Niet ten laatste ook binnen de gereformeerde gezindte.

Alsof Johannes de Doper, die andere reformator, voorloper en wegbereider van die ene, eeuwige, dierbare Hervormer en Bruidegom van Zijn Bruidskerk het niet gezegd heeft in Naam van zijn Zender: ‘Gij adderengebroedsels, wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn?’ (Matth. 3:7b).

Daar helpen, eerbiedig bedoeld, geen vlaggen met (flarden van) reformatorische Sola’s, die de lading van praktijken vol eigenliefde en grensmisachting níet bedekken. Evenmin redt het luid applaus van gelijkgezinden (of de daarmee gepaard gaande weerzin van de ‘wereld’) voor die dag van de toorn van de levende God, als dan blijkt dat onder al die schijnvrome dekmantels slechts de meerdere eer van het eigen ego werd gezocht in plaats van de ere Gods en het heil van de naaste.

Om het met de Psalmdichter (130:2) te zeggen: ‘Ach, wie zal dán bestaan?’

Alléén de gerechtigheid van Christus, waarachtig toegepast en geschonken bij God vandaan, redt van de dood. Of om het met Luther én de ganse Kerk van álle tijden en plaatsen te zeggen: solo Christo. En door Zijn Hand zal het welbehagen des Heeren, evenals in 1517, ook in 2024 nog gelukkiglijk voortgaan. Totdat de laatste zal zijn toegebracht tot die Gemeente, die Kerk, die heilig, katholiek (dat is: algemeen) en Christelijk is, waarvan de Heere Jezus Zelf het enige Hoofd én de uiterste Hoeksteen is. Zo wordt Gods Sion door recht verlost. Alléén door Christus.

Soli Deo gloria.

Dussen, 31 oktober 2024,

ds. D. Burggraaf