Daarvoor, dat er geoogst kón worden, waar elders winden, watergekletter, wapentuig of waanzinnigen ploegen, zaaien, of maaien verwoestten.
Daarvoor, dát wij nog geregeerd worden, in plaats van aan chaos, oorlog, opstand of revolutie overgeleverd te zijn.
Daarvoor, dat het geslacht van Abraham, Izak en Jakob nog is en zijn zál, wat vijand zich daar ook tegenkante.
Daarvoor, dat het welbehagen des Heeren door de Hand van Zijn Gezalfde gelúkkiglijk voortgaat, omwille van de arbeid Zijner ziel. Dat vrije soevereine éénzijdige Godswerk, dat Hem verheerlijkt en zondaren zaligt.
Daarvoor, dat ‘t alles óndanks ons is, voor gewas, arbeid en visserij.
Het stembiljet ziet er iets anders uit, maar bovenstaande zaak is opnieuw vereist. Gebed is immers geboden, ‘strategisch stemmen’ bepaald niet…
Allereerst voor de zittende president, door wiens hand het de Almachtige belieft, de USA thans te regeren.
Vervolgens voor de beide presidentskandidaten, wiens afschrikwekkende campagnes en goddeloze partijprogramma’s boekdelen spraken en kwaads doen vrezen.
Tenslotte voor onszelf, want evenals als hen, geldt ook ons:
‘Vrees God en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen. Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed of hetzij kwaad.’ (Pred. 12:13b-14)
Hoeveel van de 95 Stellingen van destijds zou (een échte) Luther anno Domini 2024 aan (diverse vormen van) grensoverschrijdend gedrag op het kerkelijk erf, inclusief het wegkijken en monddood maken van slachtoffers, wijden?
Geen enkele.
Luther ‘wijdde’ geen stellingen (in), maar schreef ze op en sloeg ze aan. Tot ontdekking van ongerechtige praktijken én met de Bijbelse eis tot waarachtige bekering. Waarachtig in plaats van waar-achtig…
Toch leek het (helaas) actuele thema grensoverschrijdend gedrag niet bepaald hoog op de agenda te staan bij deze herdenking van en de oproep tot de voortdurende reformatie. Terwijl men toch moeilijk beweren kan dat het Bijbelse ‘sola Scriptura’ (alleen de Schrift) dit uitsluit… Of zijn er andere redenen te bedenken?
Is het mogelijk vanwege de angst voor, het al even Bijbelse, ‘tota Scriptura’ (geheel de Schrift)? We zijn er immers meesters in geworden om bijv. slechts die Bijbelgedeelten te laten spreken die in ons straatje (lijken te) passen, op ‘afstand’ (schijnen te) blijven of voor de ander bedoeld (zouden) zijn, maar niet voor mij….?! En we vergissen en bedriegen zo onszelf en elkaar, op reis naar de eeuwigheid.
Of werden bij de herdenking van de Kerkhervorming misschien zelfs daders op ‘t schild gehesen van wie het een publiek geheim is, dat deze de grenzen van de naaste niet achten en daarmee de Wet en scheppingsorde van God overtreden? Hetzij met intimiderende gedragingen, leugenachtige woorden, onkuise handelingen, of…..?
Het Woord ontdekt ons, ook als we er zelf blind voor blijven en zelfs verharden, aan onze verdoemelijke natuurstaat voor de Almachtige. Niet een beetje, maar tot in de ziel en ons hart. Een onreine, vuile bron bij elke nakomeling van Adam. En toch iets wat menigeen met ‘slechts’ een selectie Bijbelteksten, lenzen en leesbrillen, ja zelfs met een hypocriet beroep op de drie reformatorische Sola’s (van genade, geloof en Schrift), meent te kunnen bedekken. Zonder de noodzaak en de zaak van het wederom geboren te moeten worden te kennen of te verstaan. Niet ten laatste ook binnen de gereformeerde gezindte.
Alsof Johannes de Doper, die andere reformator, voorloper en wegbereider van die ene, eeuwige, dierbare Hervormer en Bruidegom van Zijn Bruidskerk het niet gezegd heeft in Naam van zijn Zender: ‘Gij adderengebroedsels, wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn?’ (Matth. 3:7b).
Daar helpen, eerbiedig bedoeld, geen vlaggen met (flarden van) reformatorische Sola’s, die de lading van praktijken vol eigenliefde en grensmisachting níet bedekken. Evenmin redt het luid applaus van gelijkgezinden (of de daarmee gepaard gaande weerzin van de ‘wereld’) voor die dag van de toorn van de levende God, als dan blijkt dat onder al die schijnvrome dekmantels slechts de meerdere eer van het eigen ego werd gezocht in plaats van de ere Gods en het heil van de naaste.
Om het met de Psalmdichter (130:2) te zeggen: ‘Ach, wie zal dán bestaan?’
Alléén de gerechtigheid van Christus, waarachtig toegepast en geschonken bij God vandaan, redt van de dood. Of om het met Luther én de ganse Kerk van álle tijden en plaatsen te zeggen: solo Christo. En door Zijn Hand zal het welbehagen des Heeren, evenals in 1517, ook in 2024 nog gelukkiglijk voortgaan. Totdat de laatste zal zijn toegebracht tot die Gemeente, die Kerk, die heilig, katholiek (dat is: algemeen) en Christelijk is, waarvan de Heere Jezus Zelf het enige Hoofd én de uiterste Hoeksteen is. Zo wordt Gods Sion door recht verlost. Alléén door Christus.
De kleinsten zijn soms het mooist of meest veelzeggend. Deze is ooit letterlijk aan komen waaien in Kleef. Met wat aangegroeid mos vervolgens redelijk geconserveerd in een schaduwrijk hoekje van de Brabantse hoofdstad.
Totdat vlak voor de laatste verhuizing ineens de vogels hun snavels erin staken….
Het mos was bleek gepikt. Slechts een haveloos takje aangewaaid ‘onkruid’ bleef achter…
En de hemelse Landman gaf ondanks alle tegenslagen deze uitkomst.
Welnu: vogels, schaduw, mos, aanwaaiend onkruid of tegenslag wens ik niemand toe. Wel een geopend oor en oog voor de (verjaar)dag der kleine dingen. ‘t Make Hem gróót.
Wekelijks als ik ‘De Wachter Sions’ ontvang, staat het keurig voor mijn naam afgedrukt. Gisteren viel het mij nadrukkelijk op, want vandaag is het achttien jaar dat men mij formeel zo betitelen mag.
Ik zou met zoveel ambtsjaren minstens een ‘volwassen’ dominee moeten zijn.
Máár: is er iets wat mij enige eer waardig maakt? Moet over mij niet getuigd worden: Ikabod (de eer is weg)?
Gelukkig volk, onwaardig in zichzelf, wat Hém ter ere zong: ‘Vermogen wij ook iets, zulks alles komt, o Heer’! Van Uw goedheid, die onz’ bescherming is bevonden;’*2
’t Was weer raak dit jaar: bijzonder om op je verjaardag door zovelen gedacht en bedacht te worden met een felicitatie!
Helemaal als je ondertussen, samen met je moeder (of zeg maar gerust: je moeder met jou) de kelder aan het leeghalen bent om de nieuwe berging zoveel-maar-mogelijk-is te vullen.
Er waren verjaardagen dat ik minder zweette…
En dan kom je na familie, friet en frisco* thuis, en dan wacht een warm en overweldigend bad aan gelukwensen, felicitaties, proficiats, Gratulationen, happy birthdays, augurii’s, etcetera, etcetera.
Many thanks to all of You for Your kind Wishes on behalf of my birthday 🙏
Na 11, 22 en 33 volgen vandaag twee vieren. Samen opgeteld is de uitkomst acht, maar achter elkaar gezet vormen beiden het getal vierenveertig, oftewel de leeftijd die ik thans bereiken mag.
Gegeven goed, onverdiend verkregen, ja, zelfs tegen verdienste in: genadetijd!
Gedacht ik 11 en 22 naast de Maas, 33 aan de Elbe, dit keer is het nabij de Dusse. Ogenschijnlijk een wereld van verschil, maar waar het écht op aankomt, belijdt de dichter van Psalm 44 in vers 5a: ‘Gij Zelf zijt mijn Koning, o God (…)’
Eerst dan is de uitkomst werkelijk goed – ook met twee vieren.
Vanaf vandaag ben ik weer inwoner der gemeente Altena. Van het (ei)land omgeven door Biesbosch, Merwede en vooral veel Maas.
Nabij de Dusse werd mij een zorgwoning toegewezen. Bepaald geen feestje om met een stevige indicatie de spreekwoordelijke biezen alwéér bijeen te moeten sprokkelen.
Maar vergeleken met Oekraïne, Israël, Gaza of Sudan een buitengewoon voorrecht. Al is dat snel getypt…
Vanouds was er in het Land van Altena een volk dat ‘het geklank’ kende, omdat de Allerhoogste er Zijn voetstappen zette. Hij mocht dat hier én op bovengenoemde plaatsen nóg willen doen: Hem te ere, ons ten goede.
Het kwartaal was voorbij eer ik er erg in had. Maar de foto stond klaar. Een lichtbeeld waarop deze beide plantjes, elk op geheel eigen wijze, hun ‘vlaggetjes’ uitsteken.
Waar het bloeiend groen van de één nauwelijks te onderscheiden is van de rest, is dat met het rode contrast van de ander veel duidelijke zichtbaar.
Bij ‘t eerste dacht ik aan de ‘gewone’ verjaardagen en bij ‘t tweede aan de geslaagden voor hun examens.
Laat allen maar beseffen dat het de Schepper is, Die wasdom geeft. Dan is het alles even bijzonder, onverdiend, wonderlijk verkregen. Van harte proficiat!
Voor wie vreest dat hij alsnog, al dan niet sentimenteel of populistisch gedrongen, het stemhokje ingejaagd wordt, kan de schaar uitkomst bieden. Een knip van links tot rechts en nogmaals verticaal middendoor de stempas zal dat wel klaren…
Persoonlijk heb ik daar geen schaar nodig.
Nimmer bracht ik een stem uit voor het Europarlement en de redenen daarvoor, waaronder ‘Gods Hand in ’s lands historieblaân’, zijn even onveranderd als de E.U. zelf.
Voor Daniël en zijn vrienden gold slechts één Stem. Tot Hem klimme ook de onze op. Voor Nederland, Israël, Oekraïne, Europa en wereldwijd: ‘Úw Koninkrijk kome.’
Zie voor een toelichting bij dit stemadvies bijv. deze advertentie in het ‘Reformatorisch Dagblad’ van donderdag 30 mei 2024: